Mijn dag startte absoluut niet goed. Toen ik de rolluiken omhoog trok, zag ik in het half donker iets liggen naast onze vijver. Iets, op het eerste zicht, onbekend. Tot ik mijn bril opzette en zag wat er lag. Mijn geliefde steur, mijn prachtige vis, mijn enige vis met een naam, mijn vis die ik een paar jaren geleden cadeau had gekregen van Stefan omdat ik er al zo lang verzot op was ! Ik ben als een zot buiten gelopen maar het was helaas te laat. Hij was dood.
Velen zullen nu zeggen, och ja, ’t was maar een vis. Ja, inderdaad, het was maar een vis. Een dier waar je niet direct een band mee krijgt, waar je niet mee knuffelt, waar je niet mee speelt, … Maar toch, wetende dat hij op zo’n erge manier is gestorven, het zorgde toch wel voor een krop in de keel.
Van zodra we een vijver hadden, kwam een steur op mijn vissen-voor-in-de-vijver-verlanglijst te staan. Ik vind het prachtige vissen, mooi en vooral mysterieus, een beetje haai-achtig van uiterlijk. Ik was dus ook super blij met mijn cadeau toen Stefan er eentje mee naar huis bracht. Omdat hij toen al redelijk groot was (toch zeker in vergelijking met onze andere vissen) gaf ik hem de naam Max. Inderdaad ja, een vis met een naam (laat die mannen met de witte jassen maar komen zeker ?). Ik kon er ongelooflijk van genieten om gewoon aan de vijver te gaan zitten en hem in ’t oog te houden. Dat was pure anti-stress therapie !
Buiten dit slechte begin van mijn dag, had ik dan nog een groente op het menu gezet waar ik eigenlijk niet zo verzot op ben, venkel. Het is niet dat ik het totaal niet lust, maar ik zal zelden voor een gerecht kiezen met venkel. Stefan is er daarentegen wel verzot op. En aangezien de liefde van de man door de maag gaat, moet ik af en toe toch eens een venkel in mijn boodschappenmand gooien.
Voor vandaag had ik dus deze venkel – kokosquiche voorzien, een recept uit het boek “The Green Kitchen”. Ondanks het feit dat ik niet echt uitkeek naar dit recept, bleek het zeer goed mee te vallen. Het was veel lekkerder dan verwacht, de typische venkelsmaak werd verzacht door de kokosmelk. Eigenlijk zie ik me dit zelfs nog eens klaar te maken. In het originele recept is het de bedoeling dat je zelf het deeg maakt, maar dat heb ik achterwege gelaten. Ik kocht een pak bladerdeeg en maakte er zo een recept van dat super snel klaar is en weinig werk vraagt. En is dat niet wat we graag hebben na een werkdag ?
BEREIDING (voor 2 pers) :
Snij 1 witte ajuin zeer fijn. Bak deze, samen met 1 koffielepel venkelzaadjes gedurende een paar minuten in wat olijfolie met roomboter op een niet te hoog vuur. Roer alles regelmatig even om en hou in ’t oog dat de ajuin of venkelzaadjes niet verbranden.
Snij ondertussen 1 venkelknol in fijne plakjes, die je toevoegt aan het ajuin / venkelzaadjes mengsel. Laat een 5 minuten bakken onder voortdurend roeren. Laat dit een beetje afkoelen.
Meng 150 ml kokosmelk met 3 los geklopte eieren, wat nootmuskaat, een snuifje fleur de sel, peper en 2 koffielepels komijn (eigen toevoeging).
Voeg er de venkel aan toe en meng goed.
Spreid het bladerdeeg uit in een ronde vorm met een doorsnede van ongeveer 25 cm. Prik er gaatjes in en verdeel er het vloeibare mengsel over.
Zet gedurende een 25 minuten in een voorverwarmde oven van 200 °.
Wat heb je nodig :
- 1 venkelknol
- 1 witte ajuin
- 1 koffielepel venkelzaadjes
- roomboter
- 150 ml kokosmelk
- 3 eieren
- nootmuskaat
- fleur de sel
- peper
- 2 koffielepels komijn
- 1 vel bladerdeeg
SMAKELIJK 🙂 !